Toen ik in november 1998 met Gabie op huwelijksreis was in Parijs, hadden we een lijst bij ons met aanbevelingen. Aanbevelingen van plaatsen waar je heerlijk kon dineren, lekker ontbijten, dure wijn bestellen of heerlijk genieten van thee met gebak. In die laatste categorie was Angelina vermeld, met als extra bijzonderheid dat ook Madonna er graag kwam.
Toentertijd was dat voor zover ik weet de enige vestiging van Angelina: oude, maar nog niet vergane glorie. Absoluut sfeervol. Of het gebak nu echt zo lekker was, dat weet ik niet meer. Wat ik wel weet is dat ik vooral bezig was met die oude sfeer, vermengd met nieuwe modieuze mensen – en een handvol toeristen – die er thee kwamen drinken.
Inmiddels heeft Angelina onder andere ook een vestiging in Lafayette, maar de oorspronkelijke vestiging vlakbij het Louvre is er ook nog steeds. De tearoom werd vooral gekenmerkt door lijsten van siergips en misschien hout en veel spiegels en de wat oubollig aandoende kleur: niet helemaal zalm en niet helemaal beige. Bij een vogel zou je misschien over isabelkleurig spreken. Ik denk dat de stoelen dieprood bekleed waren, maar dat weet ik niet meer zeker.
Op een suikerzakje heb ik toen een kleine schets gemaakt. De kern van het idee was dat ik me afvroeg wat nu eigenlijk de aantrekkingskracht is van een tearoom, waar je niet komt omdat je er zoveel mensen kent. Wat maakt het zo geweldig om thee met gebak te nuttigen, omringd door de grandeur van weleer? – zelfs als je alleen komt. Misschien is het fundamenteel prettig om je samen met onbekende anderen een beetje groots te voelen.
Als je met zijn tweeën op huwelijksreis bent is het niet zo moeilijk te ontdekken waarom het zo fijn is. Wat het zo leuk maakt is de romantiek van het samen met je geliefde te genieten van exclusief gebak in een tearoom waar ook beroemdheden komen, in een bijzondere sfeer waardoor je de liefde wel lijkt te kunnen vastpakken, je elkaar nog dieper in de ogen kijkt en geniet van Parijs en je zou willen dat je nooit op zou hoeven staan, dat de thee en het gebak altijd maar zouden blijven komen. Als je weer naar buiten gaat blijf je nog een tijdje zweven op die roze wolk.
Naar aanleiding van die schets op het suikerzakje ben ik later in mijn atelier gaan aquarelleren. Dat was de manier waarop ik toen een schilderij voorbereidde. Het was op het eind van de serie “Karikaturen op de samenleving”. Steeds maakte ik een of meer schetsen, vervolgens een aquarel en uiteindelijk een schilderij in olieverf. Ik heb toen twee aquarellen van Angelina gemaakt. De tweede heb ik vrij snel verkocht en de eerste vond ik niet goed genoeg. Ik kwam hem laatst weer tegen en toen trof hij mij juist als spontaan en gedurfd, dus ik moet hem binnenkort toch maar eens publiceren op deze site.
Heel anders ging het met het olieverfschilderij. Toen ik het klaar had of moest hebben was ik niet tevreden over het gezicht rechts op de voorgrond. Ik had op het suikerzakje niet genoeg informatie verzameld om daar een overtuigend gezicht van te maken. Niet voor het formaat van het schilderij (60 x 80 cm). De aquarellen waren kleiner, die hadden er geen last van dat er geen gedetailleerde informatie was. Het schilderij kwam niet af, doordat ik ontevreden bleef over het gezicht.
Bij de verhuizingen van mijn atelier in 2015 en 2016 kwam ik het schilderij steeds weer tegen. Het had krassen opgelopen, doordat het steeds in het verdomhoekje stond, maar toch kon ik het niet weggooien. Het had een ziel gekregen door mijn geworstel met het onderwerp en ik kon er geen afstand van doen. Nadat ik het netjes had gerestaureerd was ik, net als achttien jaar jaar eerder, niet tevreden. Ik besloot een foto op internet te zoeken die zou voldoen aan mijn beeld van de vrouw op de voorgrond en die te gebruiken om een overtuigend beeld neer te zetten. Het werd nog even een worsteling, omdat het schilderij niet fotografisch mocht worden, maar mijn nieuwe voorbeeld dat wel was.
Nu kan ik eindelijk naar dit schilderij kijken en het gevoel hebben dat ik de kern van het idee getroffen heb. Inmiddels is het 2017 en is het achttien jaar geleden dat ik aan dit schilderij ben begonnen en kan ik zeggen dat het af is.
Als je ooit in Angelina bent geweest, laat dan een reactie op deze pagina achter en vertel me wat je van mijn schilderij vindt.
Volg deze link als je meer wilt weten over de tearoom
[Dit werkt heeft in 2023 een nieuwe titel gekregen die minder ingewikkeld is, beter de lading dekt en makkelijke bekt]
Bij gebrek aan goed beeldmateriaal was dit schilderij nooit eerder op mijn website te zien. Dat is jammer, want ik beschouw het als het beste wat ik in mijn academie tijd heb gemaakt. Onlangs heb ik het teruggekregen, omdat de eigenaar is overleden en zijn weduwe kleiner wil gaan wonen. Het is verdrietig nieuws dat één van mijn gewaardeerde kopers is overleden, maar aan de andere kant was het fantastisch om dit schilderij weer te mogen vasthouden. Ik heb het niet lang in mijn bezit gehad en hoewel het een vorm van erkenning is als iemand een schilderij koopt, geeft het me ook een licht triest gevoel als een goed stuk binnen een paar weken het atelier verlaat. Je ziet het dan nooit meer terug, of het duurt jaren, zoals in dit geval.
In die tijd was ik minder kritisch dan nu als het gaat om een perfect strakke afwerking van het doek. Dit doek is opgespannen op een versterkt oud kozijn, dat links onder in de hoek een klein deukje heeft. Dat deukje is wel keurig netjes mee geschilderd en het is nu dus een onderdeel van het werk. Als ik het op een nieuw, aluminium spanraam zou willen opspannen, dan zou ik daar dus eerst hetzelfde deukje in moeten maken, of er voor kiezen om het originele werk een beetje strakker te maken dan het ooit was door het deukje weg te laten en het doek daar vlak te trekken. Dit is een beslissing die ik eigenlijk niet wil nemen, daarom kies ik ervoor dit doek opgespannen te laten op het oorspronkelijke kozijn.
Aan de rechterkant van het doek zitten wat heel kleine slijtplekken, die al in 1991 met het vervoer ontstaan zijn en die mij toen niet stoorden. Het heeft dus vierentwintig jaar met die plekjes gehangen… Die ga ik nu wel restaureren.
Ook de lijst vraagt om aandacht. Het is een lijst die ik zelf op maat voor dit schilderij gemaakt heb, met goedkope materialen uit de bouw. De materialen passen perfect bij het onderwerp, maar vragen wel om een beetje onderhoud. Door oxidatie wordt de hard glimmende omlijsting van verzinkt metaal dof, maar hij hoort wel te glimmen, dus hij moet af en toe worden gepoetst. Ook wil ik de hoekverbindingen met soldeer volledig sluiten, voor een rustiger afwerking. Indertijd vond ik dat niet nodig, maar nu stoort het me dat de hoekverbindingen niet voor honderd procent gesloten zijn, want dat leidt de aandacht af van het doek.
[Later: Zo lopen de dingen dan toch heel anders: toen ik de dof geworden lijst van het schilderij wilde opknappen en strakker maken, mislukte dat. Ik besloot dat de lijst niet meer kan. De afwerking van toen past echt niet meer bij mijn huidige standaarden. Het inlijsten laat ik tegenwoordig zoveel mogelijk doen door echte vakmensen. Doordat het doek op een oud kozijn was opgespannen, was het niet perfect haaks, terwijl dat een voorwaarde is om het inlijsten uit te besteden. Je kunt een lijstenmaker moeilijk vragen een scheve lijst af te leveren. Daarom heb ik toch een modern, lichtgewicht aluminium spanraam besteld en het doek opnieuw opgespannen. Doordat het oorspronkelijk scheef was, moest de compositie iets worden bijgewerkt en dit heb ik naadloos en onzichtbaar kunnen doen. Het werk is inmiddels door Alex Thoma van Lex Lijsten persoonlijk van een handgeschilderde lijst voorzien.]
Al met al zal dit werk straks weer net zo stralen als in 1991. Hoewel ik aan het werk gehecht ben, ben ik geen verzamelaar van mijn eigen werk en je hebt dus nu de gelegenheid om dit werk in je bezit te krijgen! Je kunt het kopen, huren of een gewoon een tijdje lenen om te zien of het je bevalt. Bel me nu als je de eerste wilt zijn die weer met dit topstuk kan gaan pronken. Mijn mobiele nummer: 06 51 51 89 71.
Ik vond een oude foto van toen ik “Ha, lekker groen” net had geschilderd. Een jonge ambitieuze schilder in een klein atelier, waar je met moeite zulke grote doeken kon maken. Wat heb ik een plezier gehad bij het maken van dat schilderij. Het is fijn als dingen bijna vanzelf gaan. Als je langer aan een serie werkt en de beeldtaal je tweede natuur wordt, omdat je er echt helemaal in zit, dan kun je zo snel schetsen. Dan wordt een nieuw idee in een flits geboren en dan is de stap naar het grote doek ook zo gezet. Die schets heb ik ook nog wel ergens. Hoop dat ik tijd vind om die te scannen, dan zal ik hem ook op deze pagina toevoegen.
Het idee werd geboren op een feestje waar ik me te pletter verveelde en me begon voor te stellen wat de aanwezigen werkelijk dachten, maar niet zeiden. Me begon voor te stellen wat ze eigenlijk met elkaar zouden willen doen, als ze niet samen op een saai feestje waren geweest. Dat zelfde feestje heeft nog een schilderij opgeleverd met de titel “Je weet wel wat ik bedoel”.
Toen ik aan het doek begon had ik toch een beetje vrees voor het grote doek en om dat te doorbreken heb ik er zonder verder te aarzelen “Ha, lekker groen” op geschreven met een fors penseel vol – het laat zich raden – groene verf. Die tekst is gebleven, ik denk uit een soort dankbaarheid dat ik daarmee mijn eigen vrees de baas was geworden, of misschien ook wel omdat het onverwacht goed werkte.
Dit schilderij uit 2007 was aan een opfrisbeurt toe. Met de verhuizing in januari 2015 had het een paar kleine slijtplekken opgelopen en het bleek ook een vernislaag te kunnen gebruiken. Nadat het volledig was gerestaureerd kreeg het zijn oorspronkelijke kracht weer terug. Voor de vernislaag heb ik een retoucheervernis van Dammar hars gebruikt. Daarna heb ik een nieuwe foto gemaakt (die zie je nu bij dit bericht).
Dit is een van de weinige schilderijen die ik ooit op basis van een foto heb gemaakt. Naast de foto had ik mijn herinnering aan het moment tijdens een wandeling, waarop ik dit huisje zag. Die herinnering was hard nodig tijdens het schilderen, omdat een foto de bezieling uit een landschap weghaalt. Alleen extreem goede fotografen kunnen die bezieling enigszins behouden, maar ik stond hier met één van de eerste digitale camera’s, die mijn goede vriend Ronald toevallig bij zich had en ik ben geen heel goede fotograaf.
Dit is niet het enige schilderij dat ik van dit huisje met zijn vergane glorie heb gemaakt. Het schilderij heeft een broer: even groot, dezelfde compositie, totaal andere aanpak:
Ook dit schilderij heb ik opgefrist en bovenstaande foto is helemaal vers.
Deze tweede versie is minder geabstraheerd, maar ook niet volledig naar de werkelijkheid geschilderd. Dat laatste is in mijn ogen zinloos. Ik zoek in mijn schilderijen naar de emotie van het moment, niet naar een fotografische werkelijkheid. Dat maakt het werken met een foto als uitgangspunt ook zo lastig. Liever gebruik ik een schets, omdat ik daarin veel meer van mijn emotie vastleg en weglaat wat niet van belang is.
Beide schilderijen vertolken ieder op hun eigen manier een deel van de emotie van dat moment. Ik ben er volgens mij nog niet in geslaagd om die complexe emotie in een enkel doek samen te brengen. Beide doeken verdragen elkaar ook niet goed. Je kunt ze eigenlijk niet naast elkaar hangen. Ik zou nog een derde kunnen maken, waarin ik probeer beide benaderingen met elkaar te verzoenen. Dat is een grote uitdaging, ik ben benieuwd of ik daaraan toe kom en of ik dan nog vind dat het zin heeft. Voorlopig zul je het met deze twee varianten moeten stellen.
Tijdens het kunstplein in Oosterbeek op 30 mei 2013 had ik het genoegen zo’n anderhalve seconde met koningin Máxima te spreken. Zij loopt hier langs het werk van Henk Gerritsen en zal mij zometeen de hand schudden en een paar woorden wisselen. Wat een mooi moment. Zie ook http://www.gelderlander.nl/regio/arnhem-e-o/renkum/kunstenaars-enthousiast-na-flitsbezoek-1.3842493
Poseren voor een beeldhouwer? Werken naar levend model geeft veel meer inspiratie dan werken naar foto’s. Ik ben op zoek naar het ultieme beeld van een moderne vrouw, zoals al veel beeldhouwers voor mij hebben gedaan. Dat betekent veel naar levend model tekenen en modelleren in was, plasticine of klei. Heb jij tijd over, wil je wat bijverdienen en lijkt het je wel leuk als er een beeld naar je wordt gemaakt? Stuur dan een mail, eventueel met foto, naar de beeldhouwer (info@ateliervanbart.nl) of bel 06-51518971 (Het mobiele nummer van Bart McLeod). Ik werk naar model in mijn atelier in Doorwerth.
Sommige mensen willen alleen poseren als ze ook een beeld naar huis mee kunnen nemen. Dat is soms mogelijk als er een multiple wordt gemaakt of een afgietsel kan worden gemaakt, bijvoorbeeld in brons of gips. Als je een beeld mee naar huis wilt nemen moet je wel de kostprijs (bijvoorbeeld de gietkosten) betalen.
Een boos mannetje maken of een mannetje boos maken. Dat zijn twee heel verschillende dingen, maar ze zijn wel onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een mannetje boos maken is niet moeilijk. Een boos mannetje maken lukt het best als je zelf een boos mannetje bént, maar dan moet je wel eerst boos worden. Dat is dus niet iets dat je op elk moment van de dag zomaar even kunt gaan doen. Als de gelegenheid er dan is, zonder dat je er op hebt gewacht of er om hebt gevraagd, want zeg nou zelf: wie is er nu graag boos, dan moet je hem grijpen. Als je klei bij de hand hebt is het zo gepiept: het eerste kleimodel van het boze mannetje.
De volgende stap is dan snel gezet. Hoewel ik boos was, heb ik er rekening mee gehouden dat het mannetje ongeveer moest passen in een blok hout dat ik al had toegedicht aan een ‘primitief mannetje’. Wat het primitieve mannetje in moest houden wist ik niet. Nu houdt het boze mannetje zich helemaal niet in, maar dat is een ander verhaal. Het blok heb ik zelf een jaar eerder gezaagd uit een aan de straat gevonden stuk boom. Wel heb ik netjes gevraagd of ik het mee mocht nemen, maar ik heb niet gevraagd wat voor boom het was. Misschien had ik het antwoord niet eens gekregen. Ik weet daardoor niet zeker wat voor soort hout het is, maar ik gok op Douglas. Op de foto zie je hoe ik bezig ben de grote vorm te bewerken, op de achtergrond zie je het kleimodel.
Foto: Esther van Berk
Het schilderij op de achtergrond is “Huisje bij Wassenaar”, uit 2007.
In het jaar van mijn eindexamen op de academe was ik geïnspireerd door de Amerikaanse kunstenaar Edward Hopper. Dit is het eerste schilderij uit die serie. Het stelt een eindeloze rij betonvrachtwagens voor, die bij een laadstation beton komen halen. Om inspiratie op te doen voor dit werk heb ik een tijdje meegereden op een betonvrachtwagen. We stonden lang genoeg in de rij met betonvrachtwagens te wachten op een lading om van het proces een schets te kunnen maken. Tijdens het rijden had ik genoeg tijd om een portret van de bestuurder te schilderen. Dit portret heb ik hem cadeau gedaan als bedankje voor het meerijden. Het schilderij staat vandaag (22 jaar later) voor het eerst op mijn website.