Een boos mannetje maken of een mannetje boos maken. Dat zijn twee heel verschillende dingen, maar ze zijn wel onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een mannetje boos maken is niet moeilijk. Een boos mannetje maken lukt het best als je zelf een boos mannetje bént, maar dan moet je wel eerst boos worden. Dat is dus niet iets dat je op elk moment van de dag zomaar even kunt gaan doen. Als de gelegenheid er dan is, zonder dat je er op hebt gewacht of er om hebt gevraagd, want zeg nou zelf: wie is er nu graag boos, dan moet je hem grijpen. Als je klei bij de hand hebt is het zo gepiept: het eerste kleimodel van het boze mannetje.
De volgende stap is dan snel gezet. Hoewel ik boos was, heb ik er rekening mee gehouden dat het mannetje ongeveer moest passen in een blok hout dat ik al had toegedicht aan een ‘primitief mannetje’. Wat het primitieve mannetje in moest houden wist ik niet. Nu houdt het boze mannetje zich helemaal niet in, maar dat is een ander verhaal. Het blok heb ik zelf een jaar eerder gezaagd uit een aan de straat gevonden stuk boom. Wel heb ik netjes gevraagd of ik het mee mocht nemen, maar ik heb niet gevraagd wat voor boom het was. Misschien had ik het antwoord niet eens gekregen. Ik weet daardoor niet zeker wat voor soort hout het is, maar ik gok op Douglas. Op de foto zie je hoe ik bezig ben de grote vorm te bewerken, op de achtergrond zie je het kleimodel.
Foto: Esther van Berk
Het schilderij op de achtergrond is “Huisje bij Wassenaar”, uit 2007.